TDM voriconazol

Indicaties TDM voriconazole

  • Onvoldoende respons
  • Onverklaarde hepato- of nefrotoxiciteit
  • Gastro intestinale dysfunctie en PO therapie
  • IV-PO switch
  • Kinderen
  • Concomitante behandeling met mogelijke interacties
  • Patiënten op intensieve zorgen
  • Patiënten op extracorporele circuits

Er bestaat geen evidentie voor de bepaling van piekwaarden.

Afname instructies

  • Algemene richtlijnen
    Een correcte afname is van uitermate groot belang om de dosis van antibiotica correct te bepalen. Afname gebeurt steeds volgens de procedure “Uitvoeren van een veneuze bloedafname”.
    De bloedname voor TDM voriconazole gebeurt in een standaard lithium heparine tube (groen met gel). Verder is het belangrijk dat er GEEN afname via poortkatheter, de getunnelde of PICK katheter gebeurt.
  • Timing van de afname
    Een dalspiegel wordt bepaald door bloed af te nemen net vóór een volgende toediening. Het is belangrijk dat de eerste dalspiegel afgenomen wordt vanaf dag 4.
    Bij dosisaanpassing of iv/po switch  eveneens controle vanaf dag 4. 
    Bij continueren van de therapie gebeurt de controle van de dalspiegel  elke 7-14 dagen.    

Interpretatie: referentiewaarden

   Referentiewaarde 2-5.5 µg/ml

  • < 1 µg/ml - subtherapeutische spiegel:
    Correcte dosis ifv het gewicht ? Nuchter toegediend in geval van perorale therapie? Steady-state bereikt? Geneesmiddelen interacties uitgesloten (zie interactiemelding in naslag “Apotheek”)?
    Verhoog de dosis met de helft van de huidige dosis .
    Controle dalspiegel aanbevolen 4 dagen na dosisaanpassing.
  • >1 en <2 µg/ml - discrete subtherapeutische spiegel:
    Correcte dosis ifv het gewicht ? Nuchter toegediend in geval van perorale therapie? Steady-state bereikt? Geneesmiddelen interacties uitgesloten (zie interactiemelding in naslag “Apotheek”)?
    Eventuele dosisverhoging (van 1 mg/kg intraveneus of 50 mg per os) - te correleren met de kliniek.
    Controle dalspiegel aanbevolen 4 dagen na dosisaanpassing.
  • 2-5.5 µg/ml - therapeutische spiegel:
    Dalspiegel binnen referentie-interval.  Huidige dosering mag aangehouden blijven. Controle voriconazole spiegel na 7-14 dagen. 
  • > 5.5 µg/ml - toxische spiegel:
    Correcte dosis? Correcte afname? Geneesmiddelen interacties uitgesloten (zie interactiemelding in naslag “Apotheek”)?
    Indien toxiciteitsverschijnselen (optreden van hallucinaties, verwardheid, nier- of leverfunctiestoornissen…) verlaag de dosis met de helft van de huidige dosis en controleer de dalspiegel na 4 dagen.
    Indien geen toxiciteitsverschijnselen herhaal meting na 4 dagen en indien nog steeds toxisch, halveer de dosis.